Artikelen

Alle teksten die ik schrijf, schrijf ik voor de lezer. Ze moeten "lekker lopen", een tekst moet een verhaal vertellen. Een tekst die enkel en alleen voor een machine geschreven is voegt niet. Toch maakt het wel verschil of ik een webtekst schrijf, die om gelezen te worden wel door Google moet worden opgepikt, of een artikel dat in een tijdschrift of een krant staat. De lezer verwacht ook dat zo'n artikel er anders uitziet.

Webteksten hebben een heel voorspelbare opbouw, met veel korte alinea's van nog geen 100 woorden en kopjes waarin de zoekwoorden terugkeren. Artikelen bestaan uit alinea's van verschillende lengte en de kopjes zijn prikkelend, soms bewust onduidelijk. De structuur is anders en vaker dan in een webtekst speelt dialoog een rol (ik laat een geïnterviewde aan het woord of citeer uit een bron). Er is ook iets meer ruimte voor achtergrondinformatie, waar je in een webtekst eerder verwijst naar een andere pagina voor zulke achtergronden.

De artikelen die ik schrijf, moeten de lezer informeren en amuseren. De lezer wordt niet aangemoedigd om op een linkje te klikken, dat linkje is er immers niet, de lezer moet eigenlijk al genoeg hebben aan het artikel zelf. Het artikel moet de kwaliteit hebben die de lezer verwacht (of daar zelfs boven uitstijgen). Uiteraard houd ik bij het schrijven van artikelen rekening met de verwachtingen en de interesses van je doelgroep.

Wat tegen zo'n onderscheid tussen gewone teksten en webteksten pleit is dat de artikelen die ik voor kranten en tijdschriften schrijf ook gewoon online komen te staan. Een deel van het publiek zal ze nog wel van papier lezen, veel anderen lezen het online. Als het artikel ook echt openbaar is, zal het zelfs door Google worden geïndexeerd. Is het dan niet handig om de ervaring die ik heb met webteksten ook voor artikelen in te zetten?

In de praktijk is dat natuurlijk wat ik al doe. Als ik artikelen schrijf, vergeet ik niet opeens wat ik anders altijd zo scherp in het hoofd heb: inhoudswoorden laten vallen, zoektermen en hun context zorgvuldig gebruiken, niet te ambigu zijn. Hoewel mijn artikelen geen webteksten zijn, bevatten ze wel de basisingrediënten daarvan. Ze zullen dus ook goed gevonden kunnen worden als ze online worden geplaatst. Omdat een inhoudelijk sterk artikel ook veel gedeeld zal worden door lezers, zal het ook op die manier goed vindbaar worden. Kwaliteit komt bovendrijven, offline en online.

Mijn webteksten schrijf ik over haast alle onderwerpen. Eigenlijk weiger ik opdrachten alleen als ik aanvoel dat het onderwerp echt te technisch voor me is (ik ben bijvoorbeeld geen jurist, dat is echt een ander specialisme). Bij artikelen voor kranten, tijdschriften en e-books ligt dit anders. Een artikel staat inhoudelijk toch op andere grond dan een webtekst, je kunt bijvoorbeeld niet linken naar meer gedetailleerde beschrijvingen; de toon en stijl zijn toch ook minder afstandelijk. Ik vind dat ik voor een goed artikel ook een zekere affiniteit met het onderwerp nodig heb. Dat herkent de lezer er dan in terug.

Nou ben ik wel iemand met véél interesses, dus zelfs met die beperking blijft er nog veel te schrijven over. Mijn persoonlijke blog geeft wat dat betreft al een goede indruk van wat ik allemaal de moeite waard vind. Vaak benaderen opdrachtgevers me voor toeristische teksten, waarvoor ik gebruik kan maken van mijn kennis van geschiedenis, architectuur, landschap en tradities. Erfgoed in brede zin is een grote interesse. Ook over culinaire onderwerpen (speciaalbier!) en over taal kan ik met veel enthousiasme vertellen.

Voor toeristische artikelen is het prettig om te werken met iemand die de streek goed kent. Mijn thuisbasis is Noord-Holland. Over Alkmaar, de kop van Noord-Holland en Texel kan ik haast eindeloos vertellen. Maar mijn interesses brengen me natuurlijk ook verder weg. Ik heb in België gewoond, heb veel door Midden-Europa gereisd, heb een bijzondere band met Duitsland en Tsjechië - en ik bezoek ook gewoon graag alle uithoeken van Nederland. Voor artikelen over stad en streek kun je me dus prima benaderen, dan bespreken we vervolgens de mogelijkheden.